Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bubbel

betekenis & definitie

Het begrip bubbel heeft 4 verschillende betekenissen:

1) luchtbel of gasbel in vloeistof.
naar de oppervlakte stijgende luchtbel of gasbel in een vloeistof.

2) grote overwaardering in geldwaarde.
economisch verschijnsel dat de prijzen voor iets zijn gestegen naar een op termijn onhoudbaar hoog niveau, zodat een aanzienlijk risico bestaat op een plotse, grote waardedaling en forse verliezen.

3) afgesloten levenssfeer of denkwereld.
eigen levenssfeer of denkwereld van iemand die zich niet openstelt voor andere invloeden of denkbeelden van buitenaf; afgesloten levenssfeer of denkwereld.
Het woord wordt in politieke context ook wel gebruikt in de zin van 'groep gelijkgezinden'; er wordt dan bv. gesproken over de linkse/rechtse bubbel. Tijdens de coronacrisis heeft het woord ook de betekenis van 'contactbubbel' gekregen, in de zin van de groep mensen met wie je fysiek contact hebt binnen de afstand van anderhalve meter, meestal omdat ze tot hetzelfde huishouden behoren.

4) bobbel; bult.
bobbel of bult op een oppervlak, bv. op de huid, op een materiaal enz..

< >