man op zijn huwelijksdag.
man op de dag van zijn huwelijk en in de periode dat hij in ondertrouw is; man op de dag van zijn bruiloft; man op de dag dat hij trouwt; man op zijn huwelijksdag.
Voorbeelden:
Er is een traditie in het Jodendom, dat de bruidegom op de dag van de bruiloft zijn glas op de grond gooit en vertrapt, wetende dat het leven broos is en breekbaar.
http://www.paaskerk.nl/preken/pk03-447-30-11-03%20Eerste%20Advent-Weet%20dat%20de%20zomer%20komt.htm, 2003
Het gaat om een bruiloftstoet. Op de vooravond van de 'grote dag' ging de bruidegom zijn bruid halen in het huis van haar vader. Ze werd dan plechtig en feestelijk in een draagkoets onthaald in zijn huis voor de huwelijksceremonie.
http://dominicanen.be/preken/a32zond.htm
Waar de traditie eist dat de bruidegom en de mannelijke stoetgangers een habijt dragen, gebeurt dat in de praktijk hoogst zelden. Wat niet echt kan is een smoking, omdat het avondkledij is, maar ja, de klant is koning. Een gekleed donker pak kan, donkerblauw is de topper. De jongste tijd zie je nogal wat bruidegoms met een glitterjasje of een glittergilet. Moet kunnen.
De Standaard, 1996
'De bruidegom zal zo wel komen,' zegt de ambtenaar en hij kijkt vol vertrouwen op zijn horloge. Hij weet dat bruidegommen altijd komen; soms komen ze te laat, daarover heeft hij aardige anekdotes, maar echt wegblijven doen ze vrijwel nooit.
Arnon Grunberg, De asielzoeker, 2003