Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bromvlieg

betekenis & definitie

grote dikke vlieg.

grote, dikke vlieg die vaak binnenshuis wordt aangetroffen en die bij het vliegen een karakteristiek vrij luid brommend geluid maakt.
Het woord wordt gebruikt voor een aantal sterk op elkaar lijkende en voor de leek nauwelijks te onderscheiden, maar biologisch verschillende soorten.

Voorbeelden:
Hij zag de grote bromvliegen echter wel, die op de mest en de natte modder waren afgekomen.
http://www.20six.nl/Tipo/archive/2004/07/, 2004

Nu eens drong er een huisvlieg of een bromvlieg de flat binnen, dan een mug, bij uitzondering een langpootmug.
Stefan Brijs, Arend, 2000

Papa was niet kwaad geworden toen hij haar daar zag zitten, met zijn mappen rond haar verspreid op de grond en de kist opengesperd als de mond van een pad die een bromvlieg op wou slokken.
Jeroen Olyslaegers, Open gelijk een mond, 1999

< >