Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

broeder

betekenis & definitie

Het begrip broeder heeft 6 verschillende betekenissen:

1) mannelijke bloedverwant; broer.
iemand van het mannelijk geslacht, als bloedverwant beschouwd in relatie tot andere kinderen van dezelfde vader en moeder of van een van beide ouders; broer.

2) mannelijke gelijkgezinde.
iemand van het mannelijk geslacht, beschouwd ten opzichte van anderen die tot dezelfde categorie behoren; mannelijke gelijkgezinde, gelijkgestemde; mannelijke medestander; medemens; naaste.
Wordt ook gebruikt als aanspreekvorm.

3) medegelovige.
iemand die deel uitmaakt van een geloofsgemeenschap; lid van een geloofsgemeenschap; medegelovige; geloofsgenoot.
Wordt ook gebruikt als aanspreekvorm.

4) verpleger.
man die zich voor zijn beroep bezighoudt met de verpleging, verzorging van zieken en hulpbehoevenden; man die zieken verpleegt, patiënten verzorgt; verpleger.
Wordt ook gebruikt als aanspreekvorm.

5) kloosterling.
iemand die lid is van een kloosterorde of congregatie en doorgaans geen priesterlijke wijding heeft ontvangen; lid van een kloosterorde of congregatie; kloosterling die lid is van een orde of congregatie; soms: monnik van de Grieks-katholieke kerk.
Wordt ook gebruikt als aanspreekvorm.

6) broedvogel.
vogel die in een bepaald gebied broedt of pleegt te broeden; vogel die ergens broedt; broedvogel.