Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bouwverlof

betekenis & definitie

collectief zomerverlof voor de bouwsector.

collectieve vakantie voor de bouwsector gedurende drie of vier weken in de zomermaanden; collectief zomerverlof voor de bouwsector; bouwvakantie; bouwvak; ook in ruimere zin: elke vorm van collectief verlof in de bouw.

Voorbeelden:
Het bureau sluit twee weken tijdens het bouwverlof in juli.
http://www.ordevanarchitecten.be/nl/texts/Kwaliteitshandboek.pdf, 2001

Het keert ieder jaar terug: het bouwverlof. De bouwsector neemt dan enkele weken collectief vrij. Maar hoe is dit wettelijk geregeld en voor wie geldt het?
http://www.vacature.com/blog/bouwverlof-wat-het-en-voor-wie-geldt-het

Tussen Kerstmis en nieuwjaar kwam daar wel het bouwverlof bovenop: de bouwvakkers nemen dan hun uren op die ze te veel hebben gewerkt gedurende het jaar.
De Standaard, 1996

In dat geval wordt de opschorting van de werken ongedaan gemaakt en kunnen de baggerwerken op Vlaams en Nederlands grondgebied na het komende bouwverlof beginnen.
De Standaard, 1996

Het architektenbureau De Winter Van Hunsel schat dat het werk zelf na het bouwverlof kan beginnen.
De Standaard, 1996

Het in- en uitrijden van de Schransstraat via de Provinciesteenweg is sinds kort onmogelijk. Deze situatie zal duren tot aan het bouwverlof, ongeveer tot en met de eerste week van juli.
http://www.nieuwsblad.be/article/detail.aspx?articleid=873Q4JTG_3, 16 mei 2012