Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

boomer

betekenis & definitie

Het begrip boomer heeft 2 verschillende betekenissen:

1) iemand geboren kort na WO II.
iemand die is geboren ten tijde van de geboortegolf kort na de Tweede Wereldoorlog; babyboomer.
Wordt vaak gebruikt in een culturele context waarbij de generatie (de babyboomgeneratie) waartoe de babyboomer gerekend wordt, wordt geportretteerd als een generatie die zich heeft verzet tegen bepaalde traditionele waarden die golden vóór haar tijd. Deze generatie wordt ook vaak afgezet tegen die van de millennials: er zou sprake zijn van een economische kloof.

2) kruising van twee kleine rashondjes.
kruising van twee kleine rashondjes, bijvoorbeeld een maltezer en een shih tzu.
Deze hondenkruising werd populair in de jaren tachtig, dankzij een televisieserie met zo'n hondje (Boomer geheten) in de hoofdrol.