met de vorm van een boog.
met de vorm van een boog; de vorm van een boog hebbend.
Voorbeelden:
De voordeur bevindt zich in een boogvormig portiek, beschilderd met figuren uit Reinaert de Vos, de deur is voorzien van een loerraampje, waardoorheen niets is te ontwaren.
Jeroen Brouwers, Hier komt nooit niemand niet, 2002
Het grote boogvormige raam dat in zijn geheel kon worden opgeschoven en de grote stoep met het mooie granitowerk.
Meppeler Courant, 1994
Een haag met een boogvormige opening waarin een houten poortje past.
Kristien Hemmerechts, Alle verhalen, 2001
Laag hangende twijgen kunnen boogvormig, in en uit de grond gebogen worden.
http://members.lycos.nl/DKG/vakartikels/2003/ribesjostaberry.htm
Het plafond was boogvormig.
Boudewijn Büch, Het geheim van Eberwein, 2003
Op 11 maart dit jaar werd de Beijersche Brug over de Goudse Vliet in Stolwijk (Krimpenerwaard) geramd door een veewagen, die te hoog bleek voor de zogenoemde "hameipoort", een boogvormige constructie van de uit 1888 daterende gietijzeren ophaalbrug.
NRC, 1993