Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bloterik

betekenis & definitie

bloot persoon.

iemand die bloot is; bloot persoon.

Voorbeelden:
Soms herinnert de geur van een of ander lichaam me opeens aan de tijd dat ik me nog wel eens in het bijzijn van een ander uitkleedde. Het is moeilijk voor te stellen dat ik dat ben geweest, die blote figuur, gebogen over een andere bloterik. Niet dat het beeld van die twee aan elkaar overgeleverde minnaars me tegenstaat, o nee.
Marie Kessels, Het nietigste, 2002

Tussen de stripboekjes waren ook boekjes met naakte mensen te vinden, die in een door hoge muren omringd kamp, het nudisme beoefenden [...]. Je kon alleen maar het hoofd en voeten zien. Als de bloteriken gebukt stonden, zag je helemaal niets.
http://www.norderney.nl/herinneringen_anja_haasb.html, 2004

< >