neigend naar blauw.
neigend naar blauw; met een blauwe tint.
Voorbeelden:
De eieren zijn blauwachtig tot zwart en zijn met het blote oog zichtbaar.
http://www.pcsierteelt.be/artikels/waarschuwing/fiche.pdf
Toen hij in de keuken de grote soepschep in de blauwachtige melk dompelde en laveloos begon te drinken, wist hij al dat hij in de kortste keren de dubbele keileklapper zou moeten vatten; de enige hulp in deze barre tijden.
Heere Heeresma, Heeresma helemaal, 1978
De erosie zorgde nu voor trage stromen stinkende blauwachtige modder die de vallei beneden onbegaanbaar maakte.
Karel Sandor, Van de redding die rechtstreeks uit de hemel zou komen, 1982