Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bikini

betekenis & definitie

broekje en bovenstukje om in te zonnen.

tweedelige badkleding voor vrouwen die bestaat uit een broekje en een bovenstukje dat de borsten bedekt en die gebruikt wordt om in te zonnen en te zwemmen.

Voorbeelden:
Of we een mooie zomer krijgen of niet, modebewuste meiden bedekken hun lichaam zo veel mogelijk op het strand. Draag dus geen minuscule topjes, maar een tankini: een bikinibroekje met daarop een hemdje. Ook laag uitgesneden broekjes met een koordje doen het erg goed, evenals broekjes met korte pijpjes. Veel meisjes klagen wel dat deze broekjes je bovenbenen dikker doen lijken en dat de bikini vaak niet los ervan te koop is.
BN/De Stem, 2001

De bikini werd "uitgevonden" door de Franse auto-ontwerper Louis Reard.
De Standaard, 1996

De trend: hoe minder stof, hoe duurder de bikini. Chanel verkoopt een bikini van slechts een paar vierkante centimeter zwart-witte stof voor zo'n 12.000 Belgische frank.
De Standaard, 1996

Reard introduceerde zijn creatie op een modeshow in Parijs, maar eerst benodigde hij nog een passende naam. Hij zocht naar een exotische benaming die tegelijk krachtig en verfrissend in de oren zou klinken. Vier dagen voor de show viel zijn keuze uiteindelijk op het woord 'bikini'. Een slimme zet van Reard die genoot van de aandacht van een erg hot item in die tijd: de nucleaire test van de Amerikaanse defensie op enkele eilanden ten zuiden van de Pacific. 'Bikini' is de overkoepelende benaming voor deze eilanden.
http://www.advalvas.be/science/Default.asp?cc=Retro_Detail, 2004