Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

biedermeierperiode

betekenis & definitie

stijlperiode van ca. 1815-1850.

stijlperiode van omstreeks 1815-1850, die in Noordwest-Europa, vooral in Duitstalig gebied bloeide en werd gekenmerkt door bescheiden zelfvoldaanheid, behaaglijkheid, huiselijke degelijkheid, burgerlijkheid en conformisme.

Voorbeelden:
Ik ging zitten op een bankje uit de biedermeierperiode. Kan je geloven dat ik vergeten ben wanneer die biedermeier-periode zich ook weer afspeelde? 't Was alleszins een heel oud zitbankje.
Herman Brusselmans, Mank, 2002

Een bekende fantasiefiguur uit de 19e-eeuwse satire, Gottlieb Biedermeier, was een standaardtype van de bezadigde, degelijke, hypocriete burgerman. Hij gaf zijn naam aan een stroming in de beeldende kunst en literatuur, die, vooral in Oostenrijk en Duitsland, toonaangevend was voor de periode 1815-1848. De biedermeierperiode viel samen met de Restauratie in Duitsland en Oostenrijk, in politiek opzicht een conservatieve tijd. Dit conservatisme uitte zich in literatuur, mode, interieur- en schilderkunst. Het werd gekenmerkt door knusse tevredenheid, zin voor orde, afkeer van het avontuur, liefde voor het kleine, het uit de weg gaan van politieke en religieuze problemen, een gevoel van verbondenheid met de natuur en een vergaand conformisme.
http://www.kunstbus.nl/cultuur/biedermeier.html