toerisme in de wegberm.
het recreatief verblijven in een wegberm, zonder dat men er verder op uittrekt, met als voornaamste vermaak het kijken naar de langsrijdende auto's e.d.; toerisme in de wegberm.
Voorbeelden:
Bermtoerisme is een tussenstadium; op weg naar de natuur maar angst daarvoor vanwege de onbekendheid, vasthouden aan het bekende geraas, stank etc. Maar zodra mensen wat van de natuur gaan kennen, met kijkers en flora's erop uitgaan, raakt de angst overwonnen, ontvlucht men - en nu voor goed - de berm, zoals men het eerder al de stad deed.
Dick Hillenius, Het principe van nieuwsgierigheid, 1978
In dezelfde tijd raakte de Nederlander massaal aan de auto. Bermtoerisme was populair. Maar de dagjesmensen langs de wegen hielden niet van een bonte berm vol bloemen en hoog gras waarin de klapstoel niet kon staan. Dus werden ook de bermen keurig kortgewiekt.
http://www.bijenhouders-zlto.nl/drachtplanten/index.htm, 13 oktober 2001
