unitarist.
iemand die het streven naar een Belgische eenheidsstaat ondersteunt; iemand die het belgicisme aanhangt; unitarist.
Voorbeelden:
"De Belgische traditie wordt geschraagd door oud-strijders en militairen en door Franstalig-burgerlijke kringen in Brussel"? Ik ben noch oud-strijder, noch militair, noch Franstalig Brusselaar, en toch ben en blijf ik een overtuigd unitarist en belgicist.
De Standaard, 1996
Verhofstadt pleit voor een zelfstandiger Vlaanderen. Wat denkt de "Belgicist" De Croo daarvan?
De Standaard, 1996
Als iemand die van geboorte Nederlander is maar die al decennia in België woont en zich zelfs belgicist noemt, voelt Barnard zich geroepen "het grote stripverhaal dat België heet" vurig te verdedigen tegen "het wijsneuzige Hollanderdom".
De Standaard, 1996
Een groep Belgicisten heeft gisteren een nieuwe partij opgericht om "de eenheid van België te behouden".
De Standaard, 1996
Belgicisten houden ons steeds voor dat het gevaarlijk is te streven naar Vlaamse onafhankelijkheid, want … Vlaamse onafhankelijkheid zou leiden naar Joegoslavische toestanden, naar een burgeroorlog.
http://www.vbj.org/
Voor de "belgicisten" waren Vlaamse en Waalse Beweging lastposten, haren in de soep. Het "natiegevoel" stond er haaks op. Dus moesten Walen en Vlamingen alles gemeen hebben, behalve de taal.
De Standaard, 1995
Een nationalistisch bindteken zoals bij het Vlaams Blok is er ook niet, want het FN bevat zowel belgicisten als wallinganten.
De Standaard, 1996