Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

basisschoolkind

betekenis & definitie

kind dat naar de basisschool gaat.

kind dat naar de basisschool gaat.

Voorbeelden:
Niet alleen middelbare VWO-scholieren moeten de boodschap van de campagne, de kindertop en het verdrag voor de rechten van het kind meekrijgen, ook leerlingen in andere onderwijstypen en basisschoolkinderen behoren tot de doelgroep van de tournee.
http://www.jeugdraad.nl/chapter/documenten/documenten1.html

Baby's en peuters (met hun ouders), kleuters, basisschoolkinderen, jongeren en volwassenen, iedereen is welkom op de muziekschool.
http://www.muziekschoolboedijn.nl/

In tegenstelling tot wat bij basisschoolkinderen en pubers gangbaar is n.l. één maal per week op een vast tijdstip de achterliggende periode te evalueren, zal dit bij een peuter en kleuter onmiddellijk, nadat de situatie zich heeft voorgedaan, moeten gebeuren.
http://www.riagg-rnw.nl/homepage/index1.htm

De werkstukken zijn gemaakt door basisschoolkinderen van de groepen 6, 7 en 8.
Meppeler Courant, 1994