Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

baroktijd

betekenis & definitie

stijlperiode van ca. 1600 tot 1750.

periode van omstreeks 1600 tot 1750 waarin zich de stijl van de barok ontwikkelt, gekenmerkt door grootsheid en praal, krachtige gevoelsuitdrukking en een sterke dynamiek, in de plastische kunsten vooral herkenbaar aan de weelderige versieringen, de overdadige en grillige vormen, de aanwezigheid van diagonale en gebogen of spiraalvormige lijnen en kleurenrijkdom en lichtcontrasten.

Voorbeelden:
Uit de baroktijd stammen de toiletkamer in wit-goud en de kostbaar uitgevoerde hofkerk.
http://www.nextmotorreizen.nl/images/Brochures/Duitsland/Kastelen,%20Parken%20en%20Tuinen.pdf

En inderdaad vooral zijn deze kromme lijnen en spiralen de oorzaak geworden van veel kritiek die op de bouwmeesters van de baroktijd is uitgestort door hen die de klassieke tradities in ere wilden houden.
https://romenieuws.wordpress.com/2014/09/01/een-bezoek-aan-de-chiesa-santissimo-nome-di-gesu/, 2014

Het marmer uit de groeven van Carrara geniet wereldfaam. In de 16e eeuw kwam Michelangelo hier persoonlijk blokken van zijn geliefde 'statuario' (wit marmer) uitzoeken. In de baroktijd was men verzot op gekleurd marmer, waardoor de aandacht van het Italiaanse clienteel tijdelijk wat verslapte.
fotografie.goanna.be/userfiles/file/TOSCANE(1).doc, 2006

Een van de grootste aspiraties uit de baroktijd was het zoeken naar en vinden van nieuwe, krachtiger middelen om het effect van het gesproken woord onder de aandacht te brengen. Dit leidde tot de schepping van de opera en de ontwikkeling van het lied.
http://www.quadrevisie.nl/jandekruijff/muziekgeschiedenis/de-barok/inleiding.html