Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

bamboefluit

betekenis & definitie

fluit uit bamboe.

fluit die gemaakt is uit een bamboestengel; fluit uit bamboe.

Voorbeelden:
Twee van hen blazen op een bamboefluit, twee anderen slaan op een trommel en de vijfde schudt een houten rammelaar heen en weer.
Kristien Hemmerechts, Alle verhalen, 2001

Er lopen mannen en jongens rond die bamboefluiten te koop aanbieden.
Jan Wolkers, De kus, 1980

Tijdens een koncerttoernee in 1994 ontmoette hij de sopraan Hiroko Masaki, die met verbazing vaststelde dat de klank van de moderne dwarsfluit erg dicht ligt bij die van de Shakubashi, de traditionele Japanse bamboefluit.
De Standaard, 1995

< >