iemand die in angst leeft.
iemand die zich bij wat hij doet laat leiden door angst en die bijgevolg vaak overdreven voorzichtig is.
Voorbeelden:
De drie angsthazen waren te bang om punten voor het klassement te verliezen en hadden slechts oog voor elkaar.
Meppeler Courant, 1996
Van der Capellen haalde flink uit naar stadhouder Willem V, inderdaad een notoire nitwit, besluiteloos tot in het absurde, een geheel willoos wezen, een watje in optima forma, een angsthaas, slaafs gebonden aan zijn gemalin Wilhelmina, zuster van de koning van Pruisen.
http://www.republikeinen.nl/
Voor luchtvaartmaatschappijen is het dus zaak om zoveel mogelijk angsthazen over de streep te trekken, het vliegtuig in.
De Standaard, 1996
De kopers bleven toestromen op Wall Street zodat zelfs de grootste angsthazen moeite hadden om uit de markt te stappen.
De Standaard, 1995