iets heel anders.
heel wat anders; iets heel anders.
Vaak in de verbinding dat is andere koek.
Voorbeelden:
Het waren jonkertjes. 'Wat niet meer dan een predikaat is,' smaalde zijn vader. 'Een titel zoals je moeder die draagt, dat is andere koek.'
Louis Ferron, Het overspelige gras, 2002
We komen op een asfaltweg terecht. Lichte hellingen, glooiende afdalingen. Ha, dit is andere koek. Hier kom ik in mijn element. Het tempo schiet met een ruk omhoog, op naar Zuoz.
De Standaard, 1996