Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

amberkleurig

betekenis & definitie

met de kleur van amber.

met de kleur van amber; met een bruinrood-oranje kleur; bruinrood-oranje.

Voorbeelden:
Zijn spierig lichaam bewoog zich met dierlijke gratie en zijn bloed gaf kleur aan zijn amberkleurige huid.
Lut Ureel, Martha, 1979

Lovenswaardige snufjes: de kindersloten op de achterdeuren kunnen door de bestuurder elektrisch worden bediend; amberkleurige zijdelingse waarschuwingslichtjes in voor- en achterbumper.
De Standaard, 1996

Herkenning van de aantasting (schade) [...]. Roosachtig, geelachtig of amberkleurig glas: verdachte kleuren! (solarisatie). Lichtstralen kunnen de kleur van bepaalde gemicrofissureerde of "crizzled" glazen wijzigen. Het betreft hier een fotochemisch proces, veroorzaakt door ultraviolette stralen (van de zon of van tl-buizen). In dit proces kleurt ontkleurd glas met mangaandioxide roos, glas met arseen geel, en glas met selenium amberkleurig.
http://www.kikirpa.be/www2/Site_irpa/Nl/VM/Verre/VMVerres.htm, 2002

Het laatste houtblok verschoof in de kachel, bedolf het rooster met as en vulde de hut een ogenblik met een amberkleurige gloed.
Nicholas Evans, De wolvenlus, 2002