Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 29-10-2020

aflatend

betekenis & definitie

ophoudend.

ophoudend.
Alleen in onderstaande combinaties.

Voorbeelden:
Als mensen druk door elkaar beginnen te praten, niet aflatend, vaak zonder naar elkaar te luisteren, zodat al het gezegde praktisch betekenisloos wordt.
Leo Pleysier, De dieven zijn al gaan slapen, 2003

Feitelijke opsteller en uitvoerder van de schoolwet van 1806 was Adriaan van den Ende, landelijk hoofdinspecteur van het onderwijs tussen 1805 en 1833. Hij zette een efficiënt netwerk van schoolopzieners op en oefende een niet aflatende druk uit op de lagere overheden om hen tot medewerking aan de wet en een ruimhartiger financiering van de scholen te bewegen.
kennisnet.nl, 2004

In hun niet aflatende strijd tegen het illegaal kopiëren van compact discs brengen sommige cd-producenten schijfjes in de handel die niet alleen zijn voorzien van muziek, maar ook van een kopieerbeveiliging.
prelude-klassiekemuziek.nl, 2004

De niet aflatende geruchtenmolen in de Wetstraat wil dat de prognoses zo slecht zijn dat de regering de begrotingskontrole liefst zou uitstellen tot in april.
De Standaard, 1996

De absolute kanjer bij de Trabantenverkoop was Danny van Dalen, brugklasser op de RSG Stad en Esch, lokatie Zuideinde. Hij reed stad en land af en verkocht met niet aflatend enthousiasme 34 dozen met 12 auto's en ontving voor zijn inzet een CD-i speler.
Meppeler Courant, 1994

< >