Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

adventstijd

betekenis & definitie

de vier adventsweken.

periode van vier weken in het kerkelijk jaar die voorafgaat aan Kerstmis; de vier adventsweken.

Voorbeelden:
De volledige kersttijd omvat een periode van dertien nachten tussen 24 december en 6 januari. Deze periode wordt voorafgegaan door de advent, de tijd van vreugdevolle verwachting en voorbereiding. Vier zondagen voor kerstmis begint de adventstijd. Advent wil zeggen: naderende komst, dat wat komt. En dat wat komen gaat, is het kerstfeest: de geboorte van de Heilbrenger op aarde.
http://www.rudolfsteiner.oudorp.kennisnet.nl/frame/lez/95/kersttijd.htm, 1995

Advent begint op zondag vier weken voor Kerstmis, dus de zondag tussen 26 november en 4 december; dit jaar begint de Advent derhalve 30 november 2014. De zondagen van deze tijd heten 1e, 2e, 3e, 4e zondag van de Advent.
http://www.adventtijd.nl/, 2014

Het kerkelijk jaar loopt van de eerste adventsweek tot de laatste zondag voor de adventstijd.
http://www.pknbob.nl/rooster_kerkdiensten_liturgische_kleuren.htm, 2009

De ossehoorn kan als voorloper worden beschouwd van de midwinterhoorn die tijdens de adventstijd in grote delen van Twente, de Achterhoek en sommige delen van Duitsland wordt geblazen.
De Standaard, 1995

Ik koester mooie herinneringen aan de adventstijden uit mijn jonge jaren. Dankbaar ben ik, dat mijn ouders ons - mijn zusje en mij - op speelse wijze hebben geleerd om toe te leven naar het kerstfeest, naar de komst van Jezus, Messias, de Heer. Toeleven naar kerstmis. Je voorbereiden op de komst van Christus.
http://www.preken.be/homilie/b/advent/02/2d-zondag-advent-b-2005.html, 2005

< >