gewone adder.
levendbarende, giftige, inheemse slang met een zigzagtekening over het lichaam en driehoekige kop die voorkomt in bossen, heidegebieden en bermen; gewone adder; Europese adder.
Ook van toepassing op de familie of soort in het algemeen en dan vaak in het meervoud gebruikt.
Voorbeelden:
Het geslacht Vipera omvat in Europa 7 soorten, waaronder onze eigen adder (Vipera berus). De meeste adders brengen levende jongen voort (ovovivipaar) en daardoor heeft onze adder een zeer groot verspreidingsgebied dat vrijwel de gehele gematigde zone omvat (globaal gelegen tussen de 70° en 42° N.Br.). Uiterlijke kenmerken. De adder heeft vergeleken met onze andere twee inheemse slangen, de ringslang en de gladde slang, een betrekkelijk gedrongen lichaamsbouw en een korte staart. De naar achteren verbrede kop is duidelijk van de romp gescheiden. Boven op de kop is vaak een donkere V-, Y-, of een X-vormige figuur te onderscheiden.
http://www.geaflecht.nl/geafl/archief/artikel/adder.html, 1999
In Nederland komt de adder voor in zuidoostelijk Friesland, Drenthe, noordoostelijk Utrecht, Overijssel, Gelderland, Noord-Brabant en Limburg. In ons land komen adders vooral voor in vochtige heidevegetaties met pijpestrovelden en vennen op veen- en zandgronden en in eikenhakhout of ruigtebosjes langs bosranden. Gedrag. Vroeg in het voorjaar, op zonnige dagen rond eind februari begin maart, komt de adder door een combinatie van de hormonencyclus (inwendige klok) en het weer (temperatuur) uit de winterslaap. Het eerst komen de mannetjes te voorschijn. Enkele weken later verschijnen ook de vrouwtjes en de jongere dieren.
http://www.geaflecht.nl/geafl/archief/artikel/adder.html, 1999
Op Vlaams niveau kunnen we stellen dat de Geelbuikvuurpad uitgestorven is. Soorten als Boomkikker en Adder staan op het randje van uitsterven.
http://www.noorderkempen.be/herpe/studie/salam001.htm
De adder in Vlaanderen is met uitsterven bedreigd. Er is nog maar één plek waar de slang kansen heeft op overleving, en dat is een militair domein in de Antwerpse Kempen.
De Standaard, 1996
Inmiddels zijn in Drenthe vier versnipperde natuurgebieden min of meer "aan elkaar gebreid". Door een achteraf bezien toch nog zeer voortvarend aankoopbeleid raken het Mantingerzand, het Groote Veld, het Lentsche Veen en Martens Plek met elkaar verbonden. Daardoor wordt het leefgebied van planten en dieren groter en is de kans op overleven van bijvoorbeeld een populatie adders of zeldzame loopkevers "kwadratisch" toegenomen.
NRC, 2001