Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

achterpoot

betekenis & definitie

achterste poot.

elk van de twee achterste poten van een dier; achterste poot.

Voorbeelden:
Een Rotterdamse moeder vertelt haar dochtertje dat ze volgende week op een veeboerderij gaat logeren en daar zeer waarschijnlijk de geboorte van een kalf zal meemaken. 'Eerst komen de voorpoten, dan de kop, dan de schouders, vervolgens het lijf en tenslotte de achterpoten.'
http://www.fortunecity.com/campus/economics/35/algmop.htm

Het is heel belangrijk dat konijnen rustig worden benaderd en opgepakt. Bij het oppakken moeten de achterpoten ondersteund worden.
http://home.planetinternet.be/~gilbert6/nedhtm/netscape.htm

Als een mens tegen een boom plast, richt hij met zijn handen, een hond doet het met zijn achterpoot.
Midas Dekkers, Poot: verhalen over de hond, 2000

Een tamme sprinkhaan? Dan zie ik dat een van zijn achterpoten afgebroken is, maar ik durf er de jongen niet naar te vragen omdat het goed mogelijk is dat hij die poot eigenhandig heeft gemold en vervolgens oprecht is gaan geloven dat de sprinkhaan vrijwillig bij hem blijft.
Guus Kuijer, Het geminachte kind, 1980

'En nu gaan we een heel schone foto maken,' zei Velge tegen zijn kater die vlijtig zijn achterpoot aan het poetsen was, de andere loodrecht omhoog.
Jef Geeraerts, De Coltmoorden, 1980