doorgang.
plaats die door haar hogere ligging aan legereenheden een doorgang biedt in onder water gezet gebied.
Vaak met de bijgedachte aan de militaire kwetsbaarheid en de noodzaak van verdedigingsmaatregelen.
Voorbeelden:
De heidegronden ten noordwesten van Boxtel lagen te hoog om te kunnen worden geïnundeerd en vormden daardoor een acces naar het noorden. Juist hier moesten verdedigingswerken en legers zich daarom concentreren.
http://www.meierijinstelling.nl/cms/attachments/FE4EDDCD-5056-A93C-320CAB173F551353.pdf, 2009
De Betuwe was goed beschermd door uitgestrekte inundaties. Alleen langs de noord- en zuidrand waren accessen. Hier was de Nederlandse verdediging op ingericht en hier gingen Duitse troepen op 12 mei tot de aanval over.
http://www.grebbelinie.nl/Grebbelinie-Geschiedenis.htm
Het vlakke Hollandse polderlandschap met zijn vele kanalen en sloten leende zich uitstekend voor het stellen van inundaties, maar geheel "waterdicht" was de linie toch niet. Een aantal doorgangen, accessen genaamd, zoals stroomruggen van rivieren, maar vooral dijken, wegen en later ook spoorlijnen, doorkruisten de inundatievlakten. En juist op die punten legde men forten aan om een vijand de doorgang te beletten.
http://www.fort-voordorp.nl/