Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

aanvalslustig

betekenis & definitie

vol aanvalslust.

vol aanvalslust; met aanvalslust; aanvalslust hebbend; geneigd tot aanvallen; graag aanvallend.

Voorbeelden:
Een goed veld is noodzakelijk voor vloeiend aanvalsspel. Zeker tegen de Kroaten die naar Amsterdam zijn gereisd in de wetenschap dat zij vooral conditioneel tekort schieten en hun aanvalspogingen daaarom tot het uiterste zullen beperken. En wie zal Hajduk ongelijk geven tegen het aanvalslustige Ajax?
NRC, 1995

Dave Bruylandts toonde zich aanvalslustig en won verdiend, Rogers behield de leiderstrui.
http://www.nicomattan.be/nl/nieuws/, 2003

Het mannetje kan tijdens deze periode zo aanvalslustig zijn; dat deze zelfs in uw vingers zal komen knabbelen, wanneer U met de handen om een of andere reden in het aquarium komt.
http://www.aquariana.be/belontia_hasselti.htm, 2002