Algemeen Nederlands Woordenboek

Algemeen Nederlands Woordenboek (2009-heden)

Gepubliceerd op 30-05-2017

Aalstenaar

betekenis & definitie

iemand uit Aalst.

iemand die afkomstig is uit de stad Aalst; inwoner van de stad Aalst.

Voorbeelden:
Het Aalsters Carnavalmuseum dient zowel de Aalstenaar en vooral de carnavalist te boeien en moet tevens een duidelijke inleiding zijn voor de niet-carnavalist en niet-Aalstenaar, die er de essentie van het carnavalsfeest, zijn geschiedenis en zijn hedendaagse verschijningsvorm kan in ontdekken.
http://www.aalst.be/carnaval/

Geen scheldwoord in de loop der tijden ooit aan de Aalstenaars gegeven, wist met zulke kracht alle andere verwijten te overtreffen als dit van AJUINEN en zijn varianten. De spotnaam voor de Aalstenaars is over heel Vlaanderen bekend [...]. De oorsprong van de spotnaam ajuinen ligt in de 19de eeuw, toen in Aalst en omstreken de uienteelt enorm floreerde.
http://www.aalst.be/Default.asp?artikelid=46, 2008