(Fr. chevet = hoofdeinde), nachtkastje met bergruimte voor de pot de chambre of met een open plank met daaronder een kamergemak, met massief of jaloeziedeurtje. In de tijd van Lodewijk xvi zeer populair, doorgaans met marmeren bovenblad en galerie.
Dikwijls aan de zijkant voorzien van handvatten om overdag te kunnen worden weggezet.