De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Slagwerk

betekenis & definitie

uurwerkgedeelte dat de uren en/of kwartieren slaat op een bel of gong. Het oudste en meest elementaire slagwerk werd bediend door het gaande werk; het bestond uit een bel met een hamer die door het wijzerwerk werd uitgelicht en gespannen om bij het ingaan van het volgende uur te worden losgelaten, zodat dit moment met één enkele slag werd aangekondigd.

Om een slagwerk te verkrijgen dat het uurgetal kon aftellen in een hele reeks van belslagen werd het slagwerk voorzien van een eigen raderwerk en veer of gewicht. HIet slagwerk treedt op vaste tijdstippen automatisch in werking d.m.v. een op het minuutrad bevestigde pen.Het aflopen van het slagwerk wordt gereguleerd door een windvleugel, een plaatje metaal dat voldoende luchtweerstand moet ontmoeten om het te snel aflopen van het slagwerk tegen te gaan. Het tellen van het aantal slagen kan geschieden d.m.v. een sluitschijf (slagrad) of met een traprad met tandheugel zaagslagwerk. De sluitschijf heeft het nadeel dat de klok makkelijk van slag raakt. Het zaagslagwerk leent dat nadeel niet en heeft bij kwaliteitsuurwerken de sluitschijf dan ook grotendeels verdrongen. Het kan d.m.v. een kleine ingreep tevens als repetitieslagwerk worden gebruikt. De eenvoudigste variant op het uurslagwerk is het slagwerk dat op dezelfde bel een enkelvoudige slag geeft ter aanduiding van het halve uur.

Een verdere ontwikkeling hiervan is het dubbelslagwerk, in Engeland Dutch striking genoemd, waarbij de uren en halve uren op afzonderlijke bellen van verschillende toonhoogte worden geslagen. In de 18de eeuw komen klokken in de mode, die de kwartieren en uren aangeven op drie tot vier bellen van verschillende klank, die een wijsje of toonladder ten gehore brengen. In Engeland werd hiervoor de zgn. Cambridge-chime gekozen, afkomstig uit de Messiah van Händel, later aangepast voor de Westminster-klok. in Nederland populair geworden onder de naam Big Ben. Een bijzonder type slagwerk, ter besparing van de energie van achtdaagse en maanduurwerken uitgedacht is het zgn. Romeinse slagwerk.

Hierbij worden twee bellen gebruikt van verschillende toon, waarvan de ene het Romeinse cijfer I en de andere het Romeinse cijfer V voorstelt. Twee slagen op de V-bel betekenen X (=10) uur. Klokken met dit slagwerk zijn te herkennen aan het uurcijfer IV op de wijzerplaat i.p.v. de gebruikelijke Uil. Bij de latere comtoiseklokken vindt men de zgn. dwangslag, dwz. een herhaling van de volle uurslag na verloop van twee minuten. Een andere slagwerksoort is de petite en grande sonnerie, waarbij de kwartieren respectievelijk door een, twee of drie slagen worden aangegeven, zonder of met herhaling van het volle uur (petit of grand); de hele uren worden voluit geslagen, dikwijls op een andere bel. Behalve van slagwerken kunnen klokken en horloges ook zijn voorzien van speelwerken, die complete melodieën ten gehore brengen.