(It., v. Lat. scabellum), zitbankje met plankleuning, doorgaans uit notehout, samengesteld uit een kistachtigc constructie op wangen i.p.v. poten.
De zitting was meestal achthoekig, de rug V- of cartouchevormig uitgesneden en dikwijls rijk van snijwerk voorzien. Aan deze laatste vorm herinneren de boerenschabels zoals deze in geheel Centraal-Europa voorkomen.