(1743-1807), zoon van Abraham, nam in 1772 de leiding over van de werkplaats van zijn vader te Neuwied. Hij stichtte een eigen werkplaats waar hij klokken, mechanisch speelgoed en speeldozen maakte.
Later legde hij zich ook toe op meubels met geheime vakken en ingewikkelde sloten. In 1779 werd hij ébéniste-mécanicien van Lodewijk XVI en Marie Antoinette, in 1780 maître-ébéniste en in 1781 hofleverancier van Friedrich Wilhelm II. Zijn marqueterie wordt gekenmerkt door fijn inlegwerk met een schaduwwerking die, in plaats van het tot dan gebruikelijke branden, werd bereikt met apart ingelegde stukjes hout in de vereiste linten. Motieven heeft hij o.a. ontleend aan schilderijen van J.J.R. Ziek. Meesterstempel: DAVID (zeldzaam).
