De grote encyclopedie van het antiek

Jan Durdik en anderen (1970)

Gepubliceerd op 02-12-2020

Brusselse wandtapijten

betekenis & definitie

Reeds in de 15de eeuw was Brussel bekend als centrum van wandtapijtkunst; zo bestelde Karel de Stoute er zijn beroemde wapentapijt. thans in het Hist. Museum in Bern.

Als bloeiperiode wordt echter de 16de eeuw beschouwd. Belangrijke opdrachten brachten grote schilders (Bernard van Orley. J. van Roome e.a.) tot samenwerking met tapijtweverijen, zoals de beroemde weverij van Pieter van Aelst (die de ontwerpen van Rafaël voor Paus Leo x uitvoerde), het geslacht van de De Pannemakers en van de Geubels. De Brusselse wandtapijten uit de l6de en begin 17de eeuw zijn nooit geëvenaard, zij bepaalden dessin en stijl van de wandtapijten van die tijd in geheel Europa. In het begin van de 16de eeuw werden de dessins beïnvloed door de 15de-eeuwse Vlaamse schilderkunst: decoratieve gotische composities met bordures van ingewikkeld bladerwerk. bloemen en vruchten. Na de voltooiing in 1519 van de Handelingen der Apostelen naar ontwerpen van Rafael, gaat de Italiaanse school meer en meer zijn stempel drukken op ontwerp en stijl.

De voorstellingen zijn veelal ontleend aan jacht, religie en mythologie: verdures en grotesken tapijten komen in de mode. In de 17de eeuw brachten de kartons van Rubens een totale ommekeer in compositie. koloriet en werkwijze van wandtapijten.Rubens gebruikte zowel olieverf als tempera voor zijn schetsen en bracht deze op ware grootte op de kartons. Het hele tafereel is gevuld met figuren, zodat de horizon zeer hoog is aangebracht. Er beslaat meer verband tussen bordure en middenveld. Verschillende navolgers van Rubens, waaronder Jordaens, zijn eveneens belangrijke ontwerpers geweest. In de 18de eeuw gingen de schilders steeds meer de wevers de wet voorschrijven waardoor de weefsels niet alleen steeds fijner maar ook steeds duurder werden. Beroemde ateliers als die van Jodocus de Vos en Leyniers moesten, mede door de algemene economische achteruitgang van Vlaanderen, hun deuren sluiten.

Omstreeks 1700 zijn er nog slechts negen meesterwevers in Brussel: Auwercx, Jodocus de Vos, Van der Hecke, Jacques en Gaspard van der Borght, Jerome le Clerk, Guillaume Potter.,Reydams en Leyniers. Nieuwe ontwerpen worden nauwelijks meer gemaakt, men kopieert de vroege Vlaamse ontwerpen en die van de Manufacture des Gobelins. Met de komst van de Franse sansculotten kwam er definitief een einde aan de Brusselse wandtapijtenindustrie.