klein, vervoerbaar tapijt uit Klein-Azië waarop de moslim, met het gelaat naar Mekka gekeerd, zijn gebeden uitspreekt wanneer hij geen gelegenheid heeft dit in een moskee te doen. Het middenmotief van een bidkleed is de mihrab of gebedsnis met topgevel, ontleend aan de bouworde van de moskeeën, die al of niet door zuilen of door aaneengesloten rijen bloemen gevormde zuilen geschraagd wordt.
Afhankelijk van het gebied van herkomst is er in de boog soms een hangende olielamp afgebeeld. terwijl op sommige bidkleden een kan is afgebeeld om de moslim te herinneren aan zijn verplichting zich voor het bidden te wassen. Daar de moslim vijfmaal per dag zijn gebeden moet opzeggen, zijn bidtapijten aan sterke slijtage onderhevig met het gevolg dat er weinig oude bidkleden zijn bewaard gebleven. De Laddik-, Kula-, Melas- en Ghiordestapijlen zijn bidkleden.