weefgetouw waarbij het hele raam en ook de ketting horizontaal liggen; de kettingdraden worden met spoelen heen en weer bewogen. Het karton ligt onder het weefgetouw en de wever kijkt op de achterkant van het wandtapijt, zodat hij in spiegelbeeld moet werken.
De techniek in de 15de eeuw in Brussel ontwikkeld en later overgenomen door de Vlaamse en Franse wevers bood het voordeel dat de wever beide handen vrij had voor het weven, aangezien de ketting met voetpedalen werd geopend. Hierdoor waren basse-lissetapijten tweemaal zo snel klaar en daardoor veel goedkoper dan de tapisseries de haute-lisse, zonder dat de kwaliteit daardoor werd aangetast. Een nadeel was dat de wever het resultaat van zijn werk pas kon beoordelen als het geheel klaar was.