Een mandril is een diersoort die behoort tot de apenfamilie (Cercopithecidae) en de onderfamilie Cercopithecinae. Mandrils behoren tot de grootste apensoorten en komen voor in delen van West- en Centraal-Afrika, met name in equatoriale regenwouden.
Enkele kenmerkende eigenschappen van mandrils zijn:
* Mandrils zijn relatief grote apen. Volwassen mannetjes kunnen een lengte bereiken van ongeveer 55 tot 95 centimeter en wegen gemiddeld tussen de 20 en 50 kilogram. Vrouwtjes zijn over het algemeen kleiner dan mannetjes.
* Mandrils hebben opvallende fysieke kenmerken. Mannetjes hebben een kleurrijk uiterlijk met een felblauw gezicht, een rode neus en een gele baard. Hun lichaam is bedekt met olijfkleurig tot donkerbruin haar. Vrouwtjes en jonge mandrils hebben een minder opvallend uiterlijk en hebben meestal een lichtere vachtkleur.
* Mandrils leven in sociale groepen die bekend staan als troepen. Een typische mandril-troep bestaat uit één dominant mannetje, meerdere vrouwtjes en hun nakomelingen. Binnen de troepen zijn er hiërarchieën en sociale interacties tussen de individuen.
* Mandrils zijn omnivoren. Hun dieet bestaat onder andere uit vruchten, zaden, bladeren, schors, wortels, insecten, kleine gewervelde dieren en soms zelfs kleine zoogdieren.
Mandrils worden bedreigd door habitatverlies en de jacht, en worden daarom als kwetsbaar beschouwd volgens de internationale natuurbeschermingsunie (IUCN). Ze zijn ook onderworpen aan beschermingsmaatregelen om hun voortbestaan te waarborgen.
