"Kosher" is een term die voornamelijk wordt gebruikt binnen de joodse gemeenschap en heeft betrekking op voedsel dat voldoet aan de joodse dieetvoorschriften. Het woord "kosher" komt van het Hebreeuwse woord "kasher" dat "geschikt" of "toegestaan" betekent.
Kosher-voedsel is onderworpen aan verschillende regels en voorschriften die zijn vastgelegd in de joodse religieuze wet, bekend als de 'kasjroet'. Deze voorschriften omvatten onder andere:
* Scheiding van vlees en zuivelproducten. Kosher-voedsel vereist een strikte scheiding van vlees en zuivelproducten. Dit betekent dat vlees en zuivel niet samen mogen worden bereid, gegeten of zelfs op dezelfde borden of bestek mogen worden geserveerd.
* Toegestane dieren. Kosher-vlees moet afkomstig zijn van dieren die als "rein" worden beschouwd volgens de joodse religieuze wet. Runderen en schapen bijvoorbeeld, moeten herkauwers zijn en gespleten hoeven hebben, en bepaalde delen van het dier mogen niet worden gegeten.
* Sjechita. Dit is de joodse methode van rituele slacht die wordt gebruikt bij het bereiden van vlees. Het vereist dat het dier snel en humaan wordt geslacht door een opgeleide en bevoegde slachter, en met speciale aandacht ter voorkoming van dierenleed.
* Verboden voedsel. Kosher-voedsel verbiedt het eten van bepaalde dieren, zoals varkens en schaaldieren, en ook bepaalde soorten vogels. Daarnaast zijn er ook bepaalde regels met betrekking tot insecten en bloed.
Het doel van het naleven van de koshere voedingswetten is om een spiritueel en gezond dieet te bevorderen volgens de joodse religie. Niet alle joden eten kosjer en de naleving van deze voorschriften varieert afhankelijk van de individuele overtuigingen en tradities.
