"Grip 1" verwijst naar de laagste urgentiefase of de minst ernstige situatie binnen het Nederlandse Nationaal Handboek Crisisbesluitvorming (NBH).
Grip 1 wordt geactiveerd wanneer er sprake is van een incident of een noodsituatie waarbij de lokale hulpdiensten, zoals politie, brandweer en ambulance, in staat zijn om de situatie zelfstandig onder controle te krijgen en af te handelen. In dit stadium wordt de coördinatie en aansturing van de hulpverlening meestal gedaan door de betrokken gemeentelijke diensten.
Bij Grip 1 is er nog geen behoefte aan externe ondersteuning van bovenregionale hulpdiensten of andere autoriteiten. Het kan bijvoorbeeld gaan om een klein incident, een verkeersongeval of een beperkte brand die snel en effectief kan worden aangepakt met de beschikbare lokale middelen.
Het "Grip"-systeem is ontwikkeld om de coördinatie en samenwerking tussen verschillende hulpverleningsdiensten te verbeteren bij grootschalige incidenten en rampen. Het kent verschillende fases, waarbij Grip 1 de laagste fase van operationele inzet vertegenwoordigt.
