Derealisatie is een psychisch verschijnsel waarbij de wereld om iemand heen onwerkelijk, vreemd of "ver weg" aanvoelt, alsof men in een droom leeft of naar een film kijkt.
Het is een vorm van dissociatie, waarbij men het contact met de werkelijkheid deels kwijtraakt — maar men niet psychotisch is: men wéét nog wel dat wat men ervaart niet klopt.
Derealisatie is vaak een reactie van het brein op stress, angst of trauma, en kan onder andere ontstaan door:
- ernstige angst of paniekaanvallen;
- langdurige stress of burn-out;
- traumatische ervaringen (PTSS);
- slaapgebrek;
- druggebruik (zoals cannabis, XTC, LSD);
- depressie of angststoornissen.
Soms komt het ook voor bij epilepsie, migraine of neurologische aandoeningen, maar dat is zeldzamer.
Het is op zichzelf niet gevaarlijk, maar kan heel beangstigend zijn en is een symptoom, geen op zichzelf staande ziekte.
De behandeling richt zich op het aanpakken van de onderliggende oorzaak, zoals stress of angst. Mogelijke vormen van hulp zijn:
- psychotherapie (zoals cognitieve gedragstherapie of traumatherapie);
- mindfulness en grounding-oefeningen (om weer “in het hier en nu” te komen);
- ademhalingstechnieken (bij paniek);
- medicatie (in sommige gevallen, bijv. bij angststoornissen).