noemt men bij de bosexploitatie in de tropen een buiten het hart gekapt of gezaagd houtwerk van meer dan 25 cm breedte en ten minste 10 cm dikte. Ze worden bij de djatibosexploitatie in Indon. vooral verkregen uit holle stameinden.
Vroeger werden ze ook wel aangemaakt door de stammen langs een bestaande hartscheur te splijten, maar deze werkwijze is wegens de daarmede gepaard gaande houtverkwisting vrijwel geheel verlaten.