Vergelijking, die aangeeft hoe voor een bepaald gebied het binnenkomende en uitgaande water met elkaar in evenwicht zijn. Een w. ziet er i.h.a. als volgt uit:
N + K + I = L + V + (G2 - G1) + (B2 - B1), waarin: N = neerslag; K = kwel; I = ingelaten water; L = lozing; V — verdamping; G2 — G1 het verschil tussen het in de grond geborgen water aan het eind en aan het begin van de beschouwde periode; B2 - B1 idem voor de open waterberging (de sloten). In de als vb. gegeven vergelijking zijn de soms niet onbelangrijke posten als schut-, wel-, condensatiewater enz. verwaarloosd. De w. is belangrijk bij de bestudering van de waterhuishouding van een gebied. Verschillende van de erin voorkomende grootheden zijn vrij eenvoudig te meten (N, I, L, B); andere (K, V, G) zijn minder eenvoudig te bepalen.
Meestal wordt een w. opgesteld om gegevens over V en/of K te verkrijgen. Vaak ook werkt men met geschatte waarden voor V en K om - vooral bij de bouw van nieuwe gemalen een indruk te krijgen van de jaarlijks te lozen hoeveelheid (L) i.v.m. het daarvoor te verwachten brandstofverbruik (z. Waterbezwaar).
