(tuinb.) dient voor het wassen van groente en fruit. De w. kan zowel bestaan uit een ronddraaiende trommel, die gedeeltelijk in het water hangt en waarin b.v. peen, kroten e.d. langs elkaar schuiven en elkaar zodoende schoonwrijven, als uit een lopende band van gaas, waarop de groente van boven en soms tevens van onder wordt schoon gespoten.
Ook worden b.v. appels wel door opstuwende nokken voortgestuwd. Hard fruit wordt na het wassen wel automatisch met lappen afgedroogd of met warme lucht drooggeblazen, zodat het direct gereed is voor opslag (z. ook Sorteren).
