1. (landb.) V. is het gewicht van een bepaald volume (gewoonlijk berekend op 1 hl) zaden of andere landbouwproducten (z. Hectolitergewicht).
2. (bosb.) V. is bij hout een juister benaming dan soortelijk gewicht, omdat hout niet massief is, doch bestaat uit vezels, waartussen en waarbinnen zich lucht, water en andere bestanddelen bevinden. Het s.g. der celwand, dus van de houtvormende stof, loopt voor de verschillende houtsoorten weinig uiteen en bedraagt ca 1,54. Het v. is altijd lager dan het s.g. en soms veel lager. Bij een houtsoort met dikke celwanden, dus kleine celholten, is het v. zwaarder dan bij een soort met dunne celwanden. Een van de zwaarste soorten, letterhout, heeft een v. van bijna 1,4; bij een van de lichtste, balsa, kan het dalen tot 0,1. in de regel is het hout dichtbij het hart lichter dan meer naar de omtrek toe, dat van de voet van de boom vaak zwaarder dan verder naar boven. Men drukt het v. gewoonlijk uit als de verhouding tussen het gewicht in g en het volume in cm3 van hetzelfde stuk, waarbij men in de regel uitgaat van luchtdroog hout (vochtgeh. ca 15%), zoals dat in de praktijk gebruikt wordt.