zijn roofvogels met spitse vleugels, waarvan in Ned. 6 soorten zijn vastgesteld, nl. de giervalk, de slechtvalk, de boomvalk, het smelleke, de torenvalk en de roodpootvalk. De laatste is voorn. een insecteneter, de torenvalk nagenoeg uitsluitend een muizeneter, maar de andere soorten leven voorn. van vogels.
Dit zijn dan ook uitermate snelle vliegers.