is de gevoelswaarneming, die men krijgt, wanneer men een zaadmonster betast en door de hand laat gaan. Het voornaamste punt, waarover men zich op deze wijze een oordeel kan vormen, is de vochtigheid van het zaad: wanneer het stroef en koud aanvoelt (in het uiterste geval zelfs zacht) en bij het dichtknijpen van de hand niet gemakkelijk wegloopt is het vochtig.
In gevallen van ernstig zaadbederf kan men ook het samenkoeker door schimmeling door t. vaststellen.