bevatten de hoofdfactor in de grote eenheden (vakken) en factoren van minder belang in subvakjes binnen die vakken. De verwerking der uitkomsten (variantie-analyse) is afwijkend van die van blokkenproeven.
Een nadeel van s. tegenover blokkenproeven, waarin men alle factoren op hetzelfde niveau plaatst (zoals in het gricks-latijn:e vierkant;, is, dat de inlichtingen uit de grote eenheden minder nauwkeurig zijn dan die uit de subvakjes. De oorzaak hiervan is dat men in de analyse der vakken over minder vrijheidsgraden beschikt dan in die der subvakjes.
De restvarians der vakken is altijd groter dan die der subvakjes en de vereiste L-grenswaarden zijn dan ook in het eerste geval groter dan in het tweede (z. Variantie-analyse en Proefveldtechniek).