(migreren)
1. Hieronder verstaat men verandering van woonplaats. Men kan onderscheiden emigratie (vertrek) en immigratie (vestiging). Het is m.o.m. gebruikelijk van immigratie en emigratie te spreken bij internationale in., van vestiging en vertrek bij binnenlandse m. In wezen is er echter geen verschil tussen immigratie en vestiging, tussen emigratie en vertrek.
Van de binnenlandse m. is het opvallendste verschijnsel de trek van de plattelandsbevolking naar de stad, vaak urbanisatie genoemd. I.v.m. internationale m. wordt wel van landverhuizing gesproken. Meestal echter wordt deze laatste term beperkt tot m. van minder gegoeden naar overzeese gebiedsdelen (Am., Z. Afr., Austr.), teneinde zich daar blijvend te vestigen.
De vrijheid van m. is in de jongste tijd veelal beperkt door overheidsbepalingen. In Ned. is thans b.v. als gevolg van woningnood, enz. verhuizing gebonden aan een vestigingsvergunning. De omvang van de internationale m. wordt mede bepaald door immigratie-beperkingen en -verboden (quota-regelingen in de Ver. St. e.a. landen) (z. Demografie).
2. Ook bij dieren en vooral bij insecten wordt de term m. gebruikt, b.v. voor het verschijnsel dat bepaalde bladluizen zich verplaatsen van de z.g. winterplant naar de zomerplant, e.a.