Men spreekt bij de beoordeling van een dier van h., wanneer de lengte van de ledematen langer is dan bij normale lichaamsverhoudingen gewenst is. De ontwikkeling van de lengtebeenderen bij een dier hangt o.a. sterk af van de wijze van voeding in de jeugd.
Door een sterk geforceerde voeding in de jeugd krijgt men kortere beenderen. Dit ziet men bij de z.g. vroegrijpe dieren. Bij een meer extensieve voeding krijgt men langere beenderen. Dit is het geval bij de laatrijpe dieren.