Afdekking van rijshout voor oeververdediging, welke drijvend en aan de oever vastgepend wordt vervaardigd en daarna met puin of stortsteen wordt geballast. Een b. bestaat uit een uitschotlaag en een optreklaag.
De uitschotlaag vormt het fundament en wordt van de oever uil dakpansgewijze uitgebouwd: wiepen op 1 m afstand waaroverheen bossen rijshout, dit weer ten dele overdekt met wiepen, enz. Het geheel wordt gedekt met een spreidlaag en daarop wordt de optreklaag van losgesneden bossen aangebracht. Tenslotte worden tuinen gebreid om vakken te vormen voor het vastleggen van het puin.
Men onderscheidt Hollandse en Limburgse b. Het verschil ligt in de richting van de altijd loodrecht op elkaar aangebrachte wiepen en bossen: bij de Holl. onder 45 ° met de oever, bij de Limb. loodrecht op en evenwijdig met deze.