Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Zwitersland

betekenis & definitie

officiële naam Confédération Suisse, Confederazione Svizzera, Schweizerische Eidgenossenschaft

oppervlakte 41 288 km2

inwoners 6 373 000

hoofdstad Bern

staatsvorm bondsstaat

staatshoofd Pierre Aubert

reg. leider idem

officiële taal Duits; Frans; Italiaans

religies rooms-katholieken, protestanten

munteenheid Zwitserse frank

BNP/hoofd US$ 16440

lid van UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, Raad van Europa, GATT, OESO, EVA

Landschap en klimaat

Zwitserland ligt in Midden-Europa en grenst van het noorden uit resp. aan de Bondsrepubliek Duitsland, Oostenrijk en Liechtenstein, Italië en Frankrijk. Zwitserland

kan verdeeld worden in de Jura (10%), de Alpen (60%) en de Noordzwitserse vlakte (30% van de oppervlakte). De Jura is een middengebergte met rijkbeboste hellingen in het westen en noordwesten van het land. De Zwitserse Alpen behoren tot de West-AIpen, behalve het deel op de lijn Bodensee-Como Meer, dat tot de Oost-Alpen wordt gerekend. Het Alpengebied bestrijkt geheel Zuid-Zwitserland; hoogste punt is de Dufourspitze (4634 m). Tussen de Jura en de Alpen ligt de Noordzwitserse vlakte; in het zuidwesten begrensd door het Meer van Genève en in het noordoosten door de Bodensee.

Het land telt 1484 natuurlijke meren, waarvan de meeste uit vroegere vergletsjering zijn voortgekomen. De hoogte varieert van 197 m (Lago Maggiore) tot 564 m (Brienzer See). De Grande Dixencestuwdam is met een hoogte van 285 m een der hoogste ter wereld. Op de Rijn na zijn de rivieren onbevaarbaar. Daar de meeste bergpassen 's winters gesloten zijn, heeft men verkeerstunnels gegraven: de San Bernardino, de Gran San Bernardo en de St. Gotthardtunnel.

Sociale gegevens

De bevolking bestaat voor het grootste deel uit Zwitsers (82%), de rest uit gastarbeiders (groot deel Italianen).

Het grootste deel van de bevolking woont in de Noordzwitserse vlakte, het gebied rond Genève is eveneens dichtbevolkt. Het percentage van de stedelijk op de totale bevolking is 57,4. Hoewel elk kanton het eigen onderwijs regelt, bestaat sinds 1874 een algemene federale leerplichtwet. Het verplicht onderwijs duurt negen jaar. Er zijn zeven universiteiten, verder diverse technische en economische hogescholen. Van de bevolking van 15 jaar en ouder kan 99% lezen en schrijven. Zwitserland is een viertalig land: ca. twee derde spreekt Duits, een vijfde Frans, een achtste Italiaans en 1% Raetoromaans. Bij vergaderingen van regering en parlement worden debatten in de vier talen gevoerd en simultaan vertaald. Het zg. Schwyzerdütsch wordt beschouwd als algemeen beschaafde spreektaal.

De sociale voorzieningen zijn goed, met echter (soms aanzienlijke) verschillen tussen de kantons onderling. Sinds 1911 bestaat een algemene ziekte- en ongevallenwet, sinds 1947 een algemene ouderdomswet, sinds 1960 een invaliditeitswet, sinds 1976 een algemene werkloosheidswet. De gezondheidszorg is goed, met een voldoende aantal, redelijk gespreide ziekenhuizen.

Economische gegevens

Van een agrarisch land (hoewel deze sector economisch nog steeds van belang is) heeft Zwitserland zich ontwikkeld tot industrie-, resp. dienstverlenende staat. Over het geheel genomen staat de industrie op hoog technologisch niveau, met vanouds nadruk op precisie-apparatuur (ca. 1600 waren al klokkenmakers gevestigd te Genève). Verder moeten genoemd worden de fabricage van machines, turbines, elektronische apparatuur, chemie en voedingsmiddelen. In de dienstensector zijn de inkomsten uit het toerisme weliswaar van belang, maar deze worden ver overtroffen door de inkomsten uit het buitenlands kapitaal bij de banken. Hieruit blijkt de hoge vlucht die Zwitserland heeft genomen als financieel wereldcentrum. Er zijn meer dan 500 bankinstellingen gevestigd met samen meer dan 4500 filialen. Het land is arm aan delfstoffen, maar de energiebehoefte wordt voor 80% gedekt door waterkrachtcentrales. Het wegennet is 63.000 km lang, het spoorwegnet 5000 km.

Geschiedenis

In het noorden vestigden zich ca. 500 v.C. Keltische stammen, o.w. de Helveti; Julius Caesar noemde het gebied in 58 v.C. dan ook Helvetia. Na het vertrek van de Romeinen trokken Germaanse stammen het land binnen, waarna het deel uitmaakte van diverse rijken. In 1291 tekenden de kantons Uri, Schwyz en Unterwalden het 'Eeuwig Covenant', een verbond ter verdediging van hun vrijheden, het begin van de Confederatie. In de loop der tijd sloten zich steeds meer kantons aan, die na de overwinning op Maximiliaan I in 1499 min of meer een staatkundige eenheid gingen vormen. De Reformatie (Zwingli in Zürich en Calvijn in Genève) leidde in 16e en 17e eeuw tot strijd tussen de kantons. Na de Franse bezetting (1798-1813) kwam een nieuw 'natiebesef’. Sinds 1516 handhaaft men een neutrale politiek, zelfs volgehouden tijdens WO I en II. Kenmerkend is het referendum: een rechtstreekse volksraadpleging.