Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Verenigde staten van amerika

betekenis & definitie

officiële naam United States of America

oppervlakte 9 363123 km2

inwoners 227 640 000

staatsvorm federale

republiek

staatshoofd Ronald Reagan

reg. leider idem

officiële taal Engels

religies protestanten, rooms-katholieken, zwarte/niet-blanke inheemse

Kerken

munteenheid US dollar

BNP/hoofd US$ 11 360

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, ECLA, NAVO, OAS, ANZUS, GATT, OESO, IMF, Wereldbank, Colombo Plan

Landschap en klimaat

De Verenigde Staten van Amerika (VS, ook wel US of USA genoemd) liggen op het Noordamerikaanse continent, dat zij delen met Canada. De vlakten langs de oost- en zuidkust hebben over het algemeen goede bodems, voldoende water en herbergen diverse delfstoffen (o.a. aardolie). Op veel plaatsen hebben de rivierarmen voor goede natuurlijke havens gezorgd, zoals de Hudson bij New York en de Chesapeake Bay bij Baltimore. Een groot deel van de Atlantische kust heeft fraaie zandstranden; bovendien is het water rijk aan vis.

Achter de oostelijke kustvlakte liggen de Appalachen, een gebergteketen met vele riviertjes en meren, landschappelijk zeer aantrekkelijk. Ten westen van de Appalachen tot ongeveer de 100e meridiaan westerlengte strekt zich een groot laagland uit, vroeger een uitgestrekt loofbossengebied, naar het westen overgaand in grasland. Op de grens van het loofbosgebied en de echte prairies bevindt zich een zone met zwarte aarde, de beste landbouwgrond ter wereld: de zg. Corn Belt (Maïsgordel) of The Midwest.

De Great Plains (Grote Vlakten, Centrale Laagvlakte) tussen de 100e meridiaan en de Rocky Mountains vormen een boomloze vlakte, door de geringe neerslag eigenlijk alleen geschikt voor landbouw. Het westen van de VS wordt gedomineerd door de Rocky Mountains, een landschappelijk erg aantrekkelijk gebergte, tevens geliefd als wintersportgebied. Het Colorado Plateau in het zuiden kent grote hoogteverschillen: van 1500 tot 4000 m. Het heeft diverse grote rivieren (met in de Colorado verschillende stuwdammen) en een zeer afwisselende vegetatie. Belangrijkste landschappelijke fenomeen is de Grand Canyon: een kloof van 350 km lengte, hier en daar 24 km breedte en tot 3000 m diepte. Het noordelijker gelegen Great Basin (Grote Bekken) is zeer droog met beperkte vegetatie. Het Colombia Plateau in het noorden bestaat vnl. uit lavalagen en is (afgezien van de omgeving van de rivier de Columbia) eveneens vrij droog. De strook langs de Pacifische kust bestaat resp. uit een kustgebergte, een laag deel en een reeks jonge gebergten. Het is een vulkanisch actief gebied, met nogal eens aardbevingen.

Het is duidelijk dat een zo uitgestrekt land als de VS een grote verscheidenheid aan klimaten kent, uiteenlopend van het continentale klimaat in New England (hete zomers en strenge winters), via het zeeklimaat aan de kusten tot de steppe- en woestijnklimaten in het binnenland. Opvallend is dat door de noord-zuidligging van de Noordamerikaanse gebergten noordelijke winden diep in het Zuiden kunnen doordringen. Belangrijkste rivieren zijn: Mississippi (3780 km), Missouri (4076 km), Rio Grande (3033 km), Arkansas (2235 km), Colorado (2235 km).

Sociale gegevens

Noord-Amerika kreeg als de 'Nieuwe Wereld' grote aantrekkingskracht op de Europeanen, die hun vaak door oorlogen geteisterde landen wilden verlaten. Dit leidde tot een immigrantenstroom uit aanvankelijk West-Europa, maar na 1890 uit vnl. Zuid-en Zuidoost-Europa. Daar deze laatste groepen gewend waren aan een lager levenspeil en dito lonen en dit leidde tot grote spanningen, werd in de jaren twintig een reeks immigratiebeperkende wetten uitgevaardigd. Onvrijwillige im-

migranten waren de talloze uit Afrika weggehaalde negerslaven, wier aanwezigheid na de afschaffing van de slavernij nauwelijks geduld werd door de zich nog steeds superieur voelende blanken. De huidige bevolking van de VS bestaat voor 87% uit blanken, 11 % uit negers, terwijl de oorspronkelijke bewoners, Indianen en Eskimo's, nog slechts ca. 2% vormen.

De dichtstbevolkte gebieden liggen in het noordoosten (de BosWash), de industriezone ten zuiden van de Grote Meren (Chicago, Detroit, enz.), het zuidoosten en het pacifisch kustgebied (San Francisco, Los Angeles). Ongeveer langs de 100e lengtegraad schijnt een 'magische grens' te lopen, die het voor menselijke bewoning aantrekkelijke van het onherbergzame deel van de VS scheidt. Het percentage van de stedelijke op de totale bevolking is 69,0.

Het lager en voortgezet onderwijs is een zaak van de deelstaten. Men kent diverse onderwijssystemen, waarbij het verschil zit in de lengte en de soort onderwijs na de kleuterschool. In de meeste staten geldt een leerplicht tot 16 jaar, maar er zijn ook staten met leerplicht tot 17 of 18 jaar. Ondanks het hoge onderwijsniveau is 1 % van de bevolking analfabeet. Er zijn ruim 3000 universiteiten en colleges. Meer dan de helft is in particuliere handen, vaak kerkgenootschappen.

De gezondheidszorg staat op hoog peil, maar is erg duur. Een groot deel van de bevolking is particulier of van staatswege tegen ziektekosten verzekerd. Er zijn ruim 7000 ziekenhuizen, met ruim 1,5 miljoen bedden.

Dankzij de Social Security Act van 1935 is er een federaal systeem van bejaardenuitkeringen, weduwenpensioen, invaliditeitspensioen, werkloosheidsverzekering, enz. Niettemin verschilt het niveau van uitkering per staat: New York betaalt meer dan bijv. Texas. Opmerkelijk is het zg. Food Stamps Program me, waarbij mensen met een bepaald laag inkomen voedselbonnen kunnen kopen, die korting op levensmiddelen geven. Een kwart van de arbeidersklasse is georganiseerd in een vakbond, waarbij opvalt dat de organisatiegraad het laagst is onder de beambten en kantoorpersoneel. De (overigens vrij conservatieve) vakbeweging is het sterkst in het noordoosten en zwak in het zuiden.

Kunst

De kunst van de Verenigde Staten was tot ca. 1800 niet meer dan een navolging van het Engelse voorbeeld. Na het verkrijgen van de onafhankelijkheid begon men de behoefte aan een eigen identiteit echter steeds sterker te voelen. Het eerst kwam dit tot uiting in de literatuur, waar het werk van Washington lrving en Fenimore Cooper het begin vormde van een eigen literaire traditie. Na de Burgeroorlog kwam een nieuwe schrijversgeneratie met dichter Walt Whitman en Herman Mellville en MarkTwain, gevolgd door Scott Fitzgerald en Hemingway. Van de 20e eeuwse schrijvers moeten genoemd worden (zonder volledig te zijn) Upton Sinclair, William Faulkner, John Steinbeck, de Beat Generation met o.a. Kerouac en Burroughs. Opvallende hedendaagse schrijvers zijn Updike, Baldwin, Bellow, Malamud, Roth. In het derde kwart van de 19e eeuw kwam een eigen architectuur op, toen door de architecten van de school van Chicago de eerste typisch Amerikaanse wolkenkrabbers gebouwd werden. Grote namen zijn die van Louis Sullivan. Frank Lloyd Wright, Philip Johnson.

De muziek was aanvankelijk Brits, in de tweede helft van de 19e eeuw vooral Duits georiënteerd, daarna Frans-Russisch. In de 20e eeuw kwam een aantal componisten naar voren van internationale betekenis, onder wie Gershwin, Charles Ives en John Cage. Daarnaast zijn de VS de bakermat geweest van vele vormen van niet-klassieke muziek, zoals fanfaremuziek (de marsen van bijv. John Philip Sousa), en de jazz, overal ter wereld nagevolgd.

Op 23 april 1896 vond te New York de eerste openbare filmvoorstelling plaats, het begin van de Amerikaanse filmindustrie. Met het uitbreken van WO I kregen de VS een leidende positie op filmgebied, waarbij men zich toelegde op het maken van lange speelfilms en het 'filmsterrensysteem' zijn beslag kreeg. In de 'droomfabriek Hollywood' werden m.b.v. Europese immigranten tal van films gemaakt. Bekende regisseurs zijn/waren Cecil B. de Mille, Frank Capra, Joseph Losey, Alfred Hitchcock, Charles Chaplin, Francis Ford Coppola, Andy Warhol, enz. Gezien de veelheid aan bekende en minder bekende filmsterren kan een opsomming van deze categorie uit oogpunt van volledigheid beter achterwege blijven.

Economische gegevens

De VS zijn een rijk land, dat in vele opzichten bijna zelfvoorzienend is. Het inkomen per hoofd behoort tot de hoogste ter wereld en wordt slechts overtroffen doordat van sommige Arabische oliestaten. De welvaart is echter niet helemaal eerlijk verdeeld: vooral in de steden van het noordoosten, waar zich het zwaartepunt van de bevolking bevindt, komt (onder de zwarte bevolking) diepe armoede voor.

De landbouw is van oudsher van groot belang, niet alleen door de er voor beschikbare grond, maar ook door het gunstige klimaat. Voor tal van landbouwprodukten (katoen, tabak, sojabonen, citrusvruchten) nemen de VS de eerste of tweede plaats op de wereldranglijst in. Aangezien de produktie voor zowel binnen- als buitenlandse markt veelal te hoog is, tracht de overheid door maatregelen de markt te reguleren. De gigantische graanvoorraden worden door de VS meer dan eens als internationaal pressiemiddel gebruikt. De rundveeteelt is nog steeds mede door de hoge Amerikaanse vleesconsumptie, van groot belang.

De industrie richt zich vooral op de produktie van consumptiegoederen. Kenmerkend voor de Amerikaanse produktiewijze zijn o.m. de sterke mechanisatie en automatisering, efficiency en massaliteit. Niet voor niets werd in de VS de lopende band uitgevonden.

Na de ijzer- en staalindustrie is de produktie van aluminium van het grootste belang: deze is vooral na WO II sterk gestegen. Verder heeft de chemische industrie een spectaculaire ontwikkeling doorgemaakt. De produktie van auto's - vanouds een der paradepaardjes van de Amerikaanse industrie - is in de jaren zeventig enorm teruggelopen door o.a. stijging van de olieprijzen en invoer van zuinig lopende Japanse auto's.

De dienstensector is met ca. twee derde van zowel BNP als beroepsbevolking de grootste sector van de Amerikaanse economie. In deze sector zijn vooral vrouwen werkzaam.

De VS zijn rijk aan delfstoffen en voeren slechts die grondstoffen in die zij of in het geheel niet hebben of waarvan zij de eigen voorraden willen ontzien. Er zijn rijke voorraden steenkool, bruinkool, ijzererts, lood, zink, kwik, magnesium, nikkel, uranium, goud, zilver, asbest, fosfaten, zout. Verspreid in het land liggen olievelden, met de nadruk op Texas.

Het wegennet heeft een lengte van 6,14 miljoen km, het spoorwegnet van 351.000 km.

Geschiedenis

Ondanks de ontdekking van het vasteland van Amerika in 1492 duurde het tot 1620 (Pilgrim Fathers) voor immigratie en kolonisatie goed op gang kwamen. Te veel bemoeienis van moederland Engeland en toenemende concurrentie waren mede aanleiding tot de Declaration of Independence op 4 juli 1776: opgesteld door de (toen 13) staten. Na een woelige periode (Vrijheidsoorlog van 1775 tot 1783) en een nieuwe (handels)oorlog met Engeland (1812-1814), brak een tijd van economische bloei aan. Veranderende politieke inzichten en belangen tussen het geïndustrialiseerde noorden en agrarische zuiden waren aanleiding tot de Amerikaanse Burgeroorlog (1861-1865). De beëindiging hiervan en de inmiddels begonnen openlegging van het Westen zorgden voor een enorme economische expansie, mede dank zij de spoorwegen (in 1900 al 300.000 km). De overheid (lokaal en federaal) was echter niet opgewassen tegen de wildgroei van de industrie en de steden, waar zich gigantische aantallen immigranten vestigden.

De industrie werd o.m. gestimuleerd door de deelname van de VS aan WO 1(1917), maar kon de crisis van de jaren dertig niet weerstaan, ondanks de stimulerende maatregelen van de New Deal. Na WO II wierpen de VS zich op als beschermers van de democratie tegen het communisme (Koude Oorlog), aanleiding tot de oprichting van de NAVO (1949), strijd in Zuidoost-Azië (Vietnam-oorlog) en interventies in o.m. Chili en El Salvador. Ook begin jaren 80 was de Amerikaanse politiek gericht op het inperken van de Russische invloed, o.a. in Midden-Amerika. Het parlement bestaat uit de Senaat en het Huis van Afgevaardigden.

Afhankelijke gebieden

Amerikaanse Maagdeneilanden - Buitengebied in het Caribisch gebied; oppervlakte: 344 km , inwoneraantal: 95.000; hoofdstad: Charlotte Amalie; in 1917 van Denemarken gekocht. De bevolking bestaat voor 85% uit negers en mulatten. Toerisme vormt de basis van de economie.

Amerikaans Samoa - Buitengebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 197 km2; inwoneraantal: 32.000; hoofdplaats: Pago Pago; sinds 1899 onder Amerikaans gezag. Belangrijkste bronnen van inkomsten: visserij, landbouw en handwerksnijverheid.

Baker, Howland en Jarvis Buitengebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 12,14 km2; onbewoond sinds WO II. Bestuurd door het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Beheersgebied de Stillezuidzee-eilanden -Trustgebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 1.780 km2; inwoneraantal: 116.600. Na WO II (1807-1947) werden de Marianen (zonder Guam), de Caroline-eilanden en de Marshalleilanden door de VN als trustgebied aan de VS toevertrouwd. Vroeger waren ze Duits bezit en sinds 1919 Japans mandaatgebied. Belangrijkste middelen van bestaan zijn landbouw en visserij.

De Noordelijke Marianen werden op 8 januari 1978 het Gemenebest de Noordelijke Marianen, met als hoofdplaats Susupe op het eiland Saipan.

In hetzelfde jaar kregen de overige gebieden de naam Federated States of Micronesia. Het leek er in 1982 even op dat de Marshalleilanden de nieuwe status van zelfstandigheid in vrije associatie met de VS zouden krijgen.

Belau, het voormalige Palau, had in 1981 al een grote mate van zelfstandigheid gekregen. Guam - Niet geïncorporeerd gebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 549 km2; inwoneraantal: 120.000; hoofdstad: Agana. Bevolking vnl. Micronesiërs. Belangrijkste bron van inkomsten: toerisme, landbouw, militaire basis. Er is een wetgevende vergadering. Sinds 1982 heeft Guam volledig binnenlands zelfbestuur.

Johnston en Sand - Buitengebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 2,5 km2; inwoneraantal: 400. Bestuurd door de Amerikaanse luchtmacht.

Midway - Afhankelijk gebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 5 km2; inwoneraantal: 2.300. Sinds 1867 Amerikaans bezit; bestuurd door het ministerie van Marine.

Palmyra en Kingmanrif - Afhankelijk gebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 1,2 km2; onbewoond. Ressorteert onder het ministerie van Binnenlandse Zaken.

Puerto Rico - Vrije, geassocieerde staat; oppervlakte: 8.897 km2; inwoneraantal: 3.438.000; hoofdstad: San Juan. In 1898 door Spanje aan de VS afgestaan; eigen grondwet in 1952. De inwoners, vnl. van gemengd bloed, zijn burgers van de VS. Hoge levensstandaard, maar ook veel werkloosheid. Toerisme van veel belang. Er gaan steeds meerstemmen op voor onafhankelijkheid. Wake - Afhankelijk gebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 8 km2; inwoneraantal: 1.600. Sinds 1898 Amerikaans bezit; bestuurd door de Amerikaanse luchtmacht.