Lexicon Aardrijkskunde

Onbekende auteur (1983)

Gepubliceerd op 24-05-2021

Verenigd koninkrijk

betekenis & definitie

officiële naam United Kingdom of Great Britain and Northern Ireland

oppervlakte 244 046 km2

inwoners 55 888 000

hoofdstad London (Londen)

staatsvorm monarchie

staatshoofd Elizabeth II

reg. leider Margaret Thatcher

officiële taal Engels

religies anglicanen, protestanten, rooms-katholieken, onkerkelijken

munteenheid pond sterling

BNP/hoofd US$ 7 920

lid van VN, UNESCO, UNCTAD, WHO, FAO, ILO, ECE, ESCAP, ECLA,

NAVO, Brits Gemenebest, Raad van Europa, EG, GATT, OESO,

IMF, Wereldbank, Colombo Plan

Landschap en klimaat

Het Verenigd Koninkrijk van Groot Brittannië en Noord-lerland ligt in de Noordzee ten westen van het vasteland van Europa. Het omvat Engeland, Schotland, Wales en Noord-lerland alsmede een aantal eilanden en eilandengroepen, waarvan Wight, Man, Anglesey, de Kanaaleilanden, Hebriden, Orkney Eilanden en Shetland Eilanden de belangrijkste zijn.

Het noorden en westen (de Highlands) zijn hoger dan het zuiden en oosten (de Lowlands). De Britse gebergten behoren tot de middelgebergten, hoogste punt is de Ben Nevis in Schotland: 1343 m. Groot Brittannië heeft een zeeklimaat, de Golfstroom speelt een belangrijke rol: vooral in het westen is de verzachtende invloed in de winter merkbaar.

Het weer op de Britse eilanden is zeer veranderlijk, meestal wisselen warmte- en koufronten elkaar snel af. In het westen vallen door de aanwezigheid van bergland nogal wat stijgingsregens, terwijl het oosten, dat in de regenschaduw van de bergen ligt, veel droger is. West-Schotland heeft neerslagcijfers van 1500 mm per jaar; in Oost-Engeland valt plaatselijk niet veel meer dan 500 mm. Doorgaans vertoont de Britse lucht veel bewolking en is het aantal zonnige dagen gering. Langste rivieren zijn de Severn (355 km), Theems (338 km) en Trent (300 km).

Sociale gegevens

De bevolking van Groot Brittannië bestaat uit Engelsen, Schotten, Welshmen en ca. 5% buitenlanders, onder wie 73% gekleurde immigranten uit het Gemenebest. Naar de vele koloniën van het Britse Imperium zijn tussen 1800 en 1939 ruim 20 miljoen Britten geëmigreerd. Tot 1960 was het de ingezetenen van het Gemenebest toegestaan zich in Groot Brittannië te vestigen; daarna zijn allerlei beperkingen toegepast en in de loop van de jaren 70 werd de officiële immigratie tot een minimum beperkt, hetgeen tot een grote toevloed van illegale immigranten heeft geleid.

De bevolking is nogal ongelijkmatig over het land verspreid, te wijten aan het fysisch milieu en de locatie van de werkgelegenheid. Rond de vindplaatsen van delfstoffen ontstonden nederzettingen die kleinere centra onder hun invloedssfeer brachten en uitgroeiden tot grote stedelijke agglomeraties. 80% van de totale bevolking woont in steden. De belangrijkste stedelijke agglomeraties zijn: Groot-Londen (6,8 milj. inw.), Groot-Manchester (2,6 milj.), Birmingham (2,3 milj.), Glasgow (1,7 milj.) en Leeds (1,7 milj.).

Het openbaar lager en middelbaar onderwijs berust op de Butler act van 1944, die eenheid bracht in het beheer van het onderwijs door de oprichting van een ministerie. Het onderwijs is gratis en er is een leerplicht tot 16 jaar. Na de kleuterschool (nursery school) komt voorbereidend onderwijs (infantschool), vervolgens het elementair onderwijs (junior school) voor 7- tot 11-jarigen. Het middelbaar onderwijs omvat technisch onderwijs, vooropleidingen tot de universiteit (grammar school en de secondary modern school of de scholengemeenschap: de comprehensive school). Daarnaast kent men particulier onderwijs (public school), sommige op confessionele grondslag. Het zijn vaak oude instellingen, waarvan een aantal grote vermaardheid geniet, zoals Eton, Harrow, Rugby. De oudste universiteiten zijn die van Oxford en Cambridge, resp. 12e en 13e eeuw; in totaal zijn er 45 universiteiten.

De gezondheidssituatie en de medische voorzieningen zijn goed te noemen. In 1946 nationaliseerde de Labour-regering de gezondheidszorg: de National Health Service. Doktoren, specialisten, enz. kwamen bij de NHS in dienst, die iedereen een gelijkwaardige behandeling moest verzekeren. Naast de NHS zijn er nog privé-instellingen op medisch gebied.

Kunst

Uit de tijd van de Angelsaksische koninkrijken zijn verluchte handschriften, edelsmeedwerk, enz. bewaard gebleven. Na de Middeleeuwen (met een dichter als Chaucer) kwam een bloeiperiode onder Elizabeth I, met als hoogtepunt het werk van Shakespeare. Van de 18e eeuw dateert het werk van de schrijvers Fielding, Swift en Pope; beroemde schilders waren Hogarth, Turner en Constable. Na de romantische dichters van begin 19e eeuw (Wordsworth, Coleridge, Shelley, Keats, Byron) kwam tijdens het Victoriaanse tijdperk de roman tot bloei (Dickens). Uit de 20e eeuw moeten genoemd worden beeldhouwer Henry Moore, de dichters Eliot en Yeats en componist Britten.

Economische gegevens

Als oudste geïndustrialiseerde staat ter wereld (bakermat van de industriële revolutie) gaf Groot Brittannië decennia lang de toon aan in de wereldeconomie. Na WO II verloor het een belangrijke pijler van de economische welvaart door het zelfstandig worden van de koloniën, die i.p.v. afnemer van Britse produkten concurrenten werden. Bovendien was het machinepark sterk verouderd door achtergebleven investeringen, waardoor de voorsprong die Groot Brittannië jarenlang had gehad, omsloeg in achterstand. De traditioneel sterke vakbonden zorgen vaak voor langdurige stakingen (in 1979 gingen ruim 29 miljoen werkdagen door stakingen verloren; 1980,12 miljoen).

De toetreding per 1 januari 1973 tot de EG wordt nog steeds door tal van Britten betreurd. De relatief kleine agrarische sector heeft een groot rendement. De elektrotechnische industrie weet zich redelijk te handhaven, evenals sommige sectoren van de lichte industrie, maar de traditionele, oude industrieën als scheepsbouw en textiel lijden onder buitenlandse concurrentie. Verder is de produktie van motorfietsen en (ondanks regeringssteun) auto's drastisch afgenomen. De tertiaire sector is een redelijk stabiele bron van werkgelegenheid, hoewel ook hier structurele veranderingen het aantal arbeidsplaatsen dreigen te verminderen. De infrastructuur is redelijk tot goed te noemen: het wegennet is ruim 330.000 km, het spoorwegnet ca. 18.000 km; verder zijn er tal van kanalen en hebben de meeste grote steden een vliegveld. Heathrow bij Londen is de grootste.

Geschiedenis

Een groot deel van het door Kelten bewoonde eiland Brittannië werd vanaf 55 v.C. door de Romeinen veroverd, waarbij de grens werd gevormd door de muur van Hadrianus (123 n.C.). Begin 5e eeuw trokken de Romeinen zich terug door invallen van Juten, Angelen en Saksen.

Het gebied was verdeeld in een groot aantal rijkjes, maar in de 9e eeuw werd Alfred de Grote (848-899) tot koning gekozen om de Vikingen te verslaan. Na een eeuw wisten de Denen Engeland toch te veroveren, hetgeen duurde tot 1042, toen Edward de Belijder koning werd. Na diens overlijden in 1066 wist Willem de Veroveraar hetzelfde jaar de troon te veroveren. Willem maakte van het land een feodale monarchie, steunend op een goed georganiseerd bestuursapparaat (beroemd is het Domesday book, waarin onroerend goed en inwoners waren opgenomen). Voornaamste kenmerk van de middeleeuwse periode in Engeland is het ontstaan en blijvende karakter van politieke instellingen. Belangrijkste hiervan was het parlement, aanvankelijk van incidentele aard, maar in de loop van de 13e eeuw uitgroeiend tot vast instituut met regels en rechten (zo werden in de Magna Charta van 1215 de rechten en plichten tussen vorst en onderdanen vastgelegd). De afgezanten van graafschappen en steden verenigden zich in de 14e eeuw tot Commons, waardoor het parlement verdeeld werd in een House of Commons (het latere Lagerhuis) en een House of Lords (het latere Hogerhuis). Het parlement werd een orgaan dat de macht van de koning (vooral wat betreft de belastingen) ging beperken. De hoge belastingen waren nl. nodig om de oorlogen te financieren om verloren Franse gebieden te heroveren. Na deze Honderdjarige Oorlog (1337-1453) volgden in eigen land de Rozenoorlogen, beëindigd in 1485.

Engeland begon zich te ontwikkelen tot wereldmacht, vooral na de verzwakking van Spanje. Hierdoor kwam Engeland echter in het vaarwater van de Republiek der Verenigde Nederlanden, aanleiding tot de Engels-Hollandse zee-oorlogen. Binnenslands was na de Puriteinse Revolutie (1642-1649) en de Glorious Revolution (1688) de macht van het parlement drastisch toegenomen: zo werd de Hollandse stadhouder Willem III (gehuwd met Mary Stuart) in 1689 gedwongen de BUI of Rights te aanvaarden.

In de 18e eeuw nam Engelands macht nog steeds toe. Ondanks het verlies van Noord-Amerika (in 1783 onafhankelijk) wist Engeland (o.a. dank zij de industriële revolutie) zijn vooraanstaande positie te behouden. Hoogtepunt was de 19e eeuw, zowel financieel als politiek. De overgang van de 19e naar de 20e eeuw werd een breekpunt: de ca. 1900 opgerichte Labour Party werd een geduchte concurrent voor Whigs (Liberalen) en Tories (Conservatieven), in 1901 overleed koningin Victoria, internationaal kwam Duitsland op, in Zuid-Afrika heerste de Boerenoorlog. WO I kostte Engeland een kwart van het in het buitenland geïnvesteerde kapitaal, daarna ontstonden in tal van koloniën nationalistische op-

standen, die tot onafhankelijkheid leidden (Egypte, Ierland). Na WO II werd de uitbreiding van de sociale wetgeving doorgezet. Met een onderbreking van 1970 tot 1974 (Conservatieven o.l.v. Heath) regeerde Labour van 1964 tot 1979; sinds de verkiezingen van 3 mei van dat jaar regeren de Conservatieven o.l.v. Margaret Thatcher (eerste vrouwelijke premier).

Afhankelijke gebieden

Anguilla - Met het Verenigd Koninkrijk geassocieerde staat in het Caribisch gebied; oppervlakte: 88 km2; inwoneraantal: 96.000; hoofdstad: The Valley. In 1967 verbrak Anguilla de band met Saint Christopher en Nevis, waarna het in 1971 weer onder direct Brits bestuur geplaatst werd. Het kreeg in 1976 een eigen grondwet. Belangrijkste middelen van bestaan zijn landbouw en (kreeft)visserij. Het toerisme neemt in betekenis toe.

Bermuda - Kroonkolonie sinds 1684 in het westen van de Atlantische Oceaan; oppervlakte: 53 km2; inwoneraantal: 60.000; hoofdstad: Hamilton. Belangrijkste bevolkingsgroepen negers en mulatten; voornaamste godsdienst anglicanisme. De economie draait voornamelijk op het toerisme en de geldhandel vanuit de VS. Regeringsleider is John Swan van de United Bermuda Party. De regering streeft ernaar de interne autonomie (sinds 1968) uit te breiden tot volledige onafhankelijkheid.

Brits Antarctisch Territorium - Kolonie (sinds 1962) in het Zuidpoolgebied ten zuiden van de 60e breedtegraad; oppervlakte ca. 660.000 km2; omvat o.a. Graham Land, de South Shetlandeilanden en de South Orkney-eilanden. Aantal weerkundige stations. Argentinië en Chili maken aanspraak op delen van dit gebied.

Britse Maagdeneilanden Kolonie (sinds 1680) in het Caribisch gebied; oppervlakte: 153 km, inwoneraantal: 13.000; hoofdstad: Road Town. De bevolking bestaat uit negers en mulatten. De economie is gebaseerd op groeiend toerisme, veeteelt, visserij en groente- en fruitteelt.

Brits Territorium in de Indische Oceaan - Kolonie (sinds 1965) in de Indische Oceaan; oppervlakte: ca. 60 km2; inwoneraantal: ca. 1.000; hoofdstad: Diego Garcia. Export van kopra. Belangrijke Brits-Amerikaanse militaire basis.

Caymaneilanden - Kroonkolonie in het Caribisch gebied; oppervlakte: 259 km2; inwoneraantal: 12.000; hoofdstad: GeorgeTown. Bevolking bestaat voor ruim 50% uit mulatten. Voornaamste bronnen van inkomsten zijn het toerisme en geldovermakingen uit het buitenland.

Falklandeilanden - Kroonkolonie (sinds 1765) in het zuiden van de Atlantische Oceaan; oppervlakte: 12.173 km2; inwoneraantal: 2.000; hoofdstad: Port Stanley. Schapenteelt, visserij en toerisme. Argentinië maakt aanspraken op de eilandengroep, waartoe bestuurlijk de afgelegen eilanden South Georgia (3592 km2) en South Sandwich Eilanden (337 km2) behoren; deze aanspraken werd in 1982 kracht bijgezet door een kortstondige bezetting door

Argentinië van de eilanden, die gewapenderhand door de Britten werden terug veroverd. De touwtrekkerij rond de eilanden is o.a. ontstaan door mogelijk voorkomen van aardolie op het continentaal plat. Mijnenvelden en een contingent Britse soldaten dat de inheemse bevolking overtreft, zijn problemen die de oorlog achterliet.

Gibraltar - Kroonkolonie in het zuiden van Spanje; oppervlakte 6,5 km2; inwoneraantal: 33.000. De voornaamste bron van inkomsten zijn de Britse marine (scheepsonderhoud, opslag materieel), het toerisme en de werven en dokken voor de burgerscheepvaart.

Bij het op last van de VN in 1967 gehouden referendum stemde het merendeel van de bevolking voor handhaving van de band met Groot Brittannië.

Regeringsleider: Joshua Abraham Hassan. De gouverneur wordt geadviseerd door de Raad van Gibraltar (bestaande uit vijf gekozen en vier ex officio-leden). Sinds 1969 is de ministerraad verantwoordelijk voor de binnenlandse aangelegenheden. Het parlement heeft een door de gouverneur benoemde voorzitter, vijftien gekozen en twee e.o.-leden.

Hongkong - Kroonkolonie (sinds 1843) in Zuidoost-Azië; oppervlakte: 1.045 km2; inwoneraantal: 5.068.000; hoofdstad: Victoria. Hongkong bestaat uit drie delen: het eiland Hongkong zelf, aan het estuarium van de Xijiang, het schiereiland Kowloon en de New Territories, een gebied op het vasteland en ca. 235 eilandjes. De bevolking bestaat voor bijna 100% uit Chinezen. De kolonie kampt met ernstige problemen als overbevolking en fabelachtige grondprijzen (deze leken in 1981 voor het eerst een belemmering voor nieuwe investeringen). Het hoogontwikkelde centrum voor industrie en toerisme gaat een hoopvolle economische toekomst tegemoet als een doorgangshaven voor de export van een zich moderniserend China, dat zelf geen haven heeft die met Hongkong kan wedijveren. Gouverneur is Sir Edward Youde.

In 1982 ontstond opschudding over de pachtovereenkomst die Grootbrittannië met China heeft t.a.v. Hongkong en die in 1997 afloopt. Kanaaleilanden - Kroongebied in Het Kanaal; oppervlakte: 195 km2; inwoneraantal: 131.000; hoofdplaatsen: Saint Helier (Jersey), Saint Peter Port (Guernsey). Sinds 1066 bezit van de Britse Kroon; maken geen deel uit van het Verenigd Koninkrijk. Belangrijkste middelen van bestaan: land-en tuinbouw, veeteelt en toerisme. Frans en Engels zijn de officiële talen. Het Britse staatshoofd wordt vertegenwoordigd door luitenant-gouverneurs.

Man - Kroongebied in de Ierse Zee; oppervlakte: 588 km2; inwoneraantal: 64.000; hoofdstad: Douglas. Sinds de 14e eeuw bezit van de Britse Kroon; maakt geen deel uit van het Verenigd Koninkrijk. Economie vooral gebaseerd op landbouw en veeteelt, visserij en toerisme. Geen lid van de EG. Het staatshoofd wordt vertegenwoordigd door een luitenant-gouverneur, die aan het hoofd staat van de Court of Tynwald.

Montserrat - Kolonie in het Caribisch gebied; oppervlakte: 98 km2; inwoneraantal: 13.000; hoofdstad: Plymouth. Gekoloniseerd in 1632. Bevolking bestaat vnl. uit negers. Economisch zijn vooral van belang de agrarische sector en het toerisme.

Pitcairneilanden - Afhankelijk gebied in de Grote Oceaan; oppervlakte: 5 km2; inwoneraantal: 54; hoofdstad: Adamstown. Landbouw, visserij en verkoop van postzegels. Bestuurd door het Britse Hoge Commissariaat in Nieuw-Zeeland. Er is uitzicht op onafhankelijkheid.

Saint Christopher en Nevis Geassocieerde staat met volledig binnenlands zelfbestuur in het Caribisch gebied; oppervlakte: 357 km2; inwoneraantal: 67.000; hoofdstad: Basseterre. Op 27 feb. 1967 geassocieerde staat, samen met Anguilla, dat zich in hetzelfde jaar losmaakte. De bevolking bestaat vnl. uit negers en mulatten. Landbouw, zoutwinning en toerisme. In 1982 waren er demonstraties tegen de onafhankelijkheidsplannen van de regering.

Sint Helena - Kolonie (sinds 1673) in de Atlantische Oceaan; oppervlakte: 122 km2; inwoneraantal: 5.000; hoofdstad: Jamestown. Landbouw en veeteelt. Onder het bestuur van Sint Helena ressorteren Tristan da Cunha en Ascension.

Turks- en Caicoseilanden Kroonkolonie (sinds 1962) in het Caribisch gebied; oppervlakte: 430 km2; inwoneraantal: 7.000; hoofdstad: Cockburn Town. Tot 1962 een dependency van Jamaica. Toerisme en export van schaalen schelpdieren. Weer- en observatiestation van de VS.